eenzaam samen
dag tot dag rijdt hij
van huis naar school
groot en kleine kinderen
dagelijks vervoert hij
de mannen en vrouwen
van en naar hun werk
bij het in- of uitstappen
steunt hij de ouderen
naar familie op weg
van luilak tot student
voor wie zich verslaapt
neemt hij gas terug
voor wie niet lekker is
haltert hij bij de deur
van arts of ziekenhuis
vanachter zijn stuur
geniet hij vol de uren
dat hij hen rijden mag
van de vluchtige groet
tot het bloemrijk relaas
van die niet zwijgen kan
hij hoort en luister alles
met grote glimlach aan
in de stilte van weten
dat als de dienst eindigt
thuis er niemand wacht
die hij het delen kan